Goede tijden, slechte tijden, de weg naar Sucre - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van vivabolivia - WaarBenJij.nu Goede tijden, slechte tijden, de weg naar Sucre - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van vivabolivia - WaarBenJij.nu

Goede tijden, slechte tijden, de weg naar Sucre

Door: Isolde

Blijf op de hoogte en volg

21 Augustus 2015 | Bolivia, Sucre

Daar zijn we dan alweer bijna een week later en er is zoveel gebeurd dat ik het nog moeilijk ga krijgen het kort te houden.
We zaten dus een Santa Cruz, een stad die in zeer korte tijd van 100 000 naar 2 miljoen inwoners is gegaan, waardoor veel huizen zo uit de grond zijn gestapt, net als ons hostel. Qua planning is er daardoor niet met alles rekening gehouden. De receptie had slechts één ingang aan een gang die niet gemakkelijk te bereiken is. De receptie grenst aan de tuin maar men was vergeten om terrasdeuren aan te brengen. Gelukkig is er wel een laag schuifraam, zodat iedereen dat de managers dat als in en uitgang gebruikte.
Santa Cruz zelf is als stad ook niet echt aantrekkelijk. Een piepklein historisch centrum heeft een mooi plaza met een paar mooie gebouwen eromheen maar dat is het dan ook wel. De kathedraaltoren, die uitzicht geeft over de stad, was helaas niet bereikbaar want er was een feest aan de gang voor het 200-jarig bestaan van de Don Bosco school op de trappen van de kathedraal voor de ingang naar de toren. Na wat rondgelopen te hebben zijn we weer naar het hostel gegaan waar we prompt in slaap vielen door de jetlag. Rond zeven uur werden we wakker. Na navraag bij de receptie zaten we in een taxi naar een goed restaurant. Boliviaans eten is veel vlees, op verschillende manieren klaargemaakt, met rijst en aardappelen (allebei tegelijkertijd) en hier en daar een verdwaalde doperwt. Soms zit er een salade bij. Na lekker een mix van alles op de kaart te hebben gegeten gingen we voldaan en vooral hondsmoe terug naar het hostel.
De volgende ochtend werden we al vroeg opgepikt door Javier, onze gids en een chauffeur die ons naar Refugio los Volcanos zouden rijden. Verrassend genoeg regende het pijpenstelen terwijl dit het droge seizoen hoort te zijn en dat had zo zijn consequenties.
Onderweg stopte we om gas te tanken, want blijkbaar rijdt veel openbaar vervoer hier op gas. Bolivia heeft veel gas, dat jarenlang werd geexploiteerd door de Shell´s van deze wereld. Morales, de president, privatiseerde de gaswinst. Met de opbrengsten van het gas wordt er geinvesteerd in scholen, ziekenhuizen en betere wegen. Gas kost ook een schijntje. Een kubieke meter gas kost hier 1 bolivianos, zo´n 14 cent. Ook voor Boliviaanse begrippen goedkoop. Enige nadeel is dat gasauto´s niet de kracht hebben om de bergen in te gaan en daarvan zijn er veel in Bolivia. Na een uur rijden ongeveer kwamen we bij de weg naar Refugio los Volcanos, een natuurpark waar we de komende nacht zouden overnachten. De jeeps die er stonden waren al vol dus moest het busje ons zo ver mogelijk brengen...een hele steil heuvel (zo´n 25%) op middels een weg van armzalige kwaliteit (lees: stenen met modder). De veiligheidsgordel hingen er maar konden nergens in gestoken worden dus al hobbelend schoten we omhoog terwijl ik me krampachtig vasthield aan de autobank maar . . . . hij redde het niet. Hij reed ons achteruit weer terug, commandeerde alle jeeps aan de kant te gaan en schoot weer omhoog. Even leek het of het weer niet ging lukken maar al hotsend en botsend kwamen we omhoog. Na een half uurtje geslipt en gedaan te hebben langs vrij diepe afgronden kwamen we op plek waar onze spullen uitgeladen werden en we te voet met backpack en al zo´n 500 meter liepen naar de poort van Refugio los volcanos. Vanaf daar was een prachtig uitzicht over een vallei met het gebouw met onze slaapplek op een grasveld in het midden omringd door steil oplopende rode rotsen vanuit een regenwoud. Die bergen zijn geen vulkanen, zoals de naam wel zou vermoeden. Het is eigenlijk net als de Grand Canyon , rood gesteente uitgesleten tot hoge rotsen door rivieren. De jeeps volgde kort daarna maar zaten al vol met Franse toeristen. Onze baggage ging mee met de jeep en wij besloten te lopen (een wandeling van een uur) naar het hostel. De weg was ongelofelijk stijl en glibberig door de regen. Al glibberend en glijdend liepen we naar beneden door een prachtig woud, dat wel. Het regenwoud is hier anders dan in Azië, veel meer bomen met bloemen. Na een tijdje zaten onze schoenen zo dik onder de modder dat we geen profiel onder de voeten meer hadden. Ik gleed dan ook flink onderuit en verdraaide mijn rechterknie. Na wat stappen bleek het mee te vallen gelukkig.
Na een lunch bij het hostel, rustte we voor twee uurtjes en trokken toen de bergen in voor een wandeltocht van vier uur. We volgde een pad omhoog naar wat de parkieten nestelen, die hier in alle kleuren van de regenboog in het wilde voorkomen. Daarbij kwamen we langs de imposant oprijzende rode rotsen, hier en daar begroeid met bromelia´s. Het laatste stukje omhoog had ik het zwaar, zwaar ademend en zwetend, maar het uitzicht was het meer dan waard. Terug naar beneden liepen we een heel stuk door een dichtbegroeid bamboebos. Ik verwachtte bijna een panda om de hoek te zien. Eenmaal beneden was het weer gedaan met alle lichamelijke activiteit voor de dag en na een heerlijke douche en wat eten sliepen we deze keer wel tot 5 uur ´s ochtends. De jetlag speelde ons nog parten.
Het was bepaald geen straf om in die mooie vallei wakker te worden. ´s Ochtendsvroeg klinkt het alsof een drukke stad vol kwetterende vogels wakker wordt. Jerre was jarig dus die kreeg een zoen en een powerbank van mij .
Na het ontbijt bleken daar opeens twee andere Nederlanders net aangekomen te zijn die wel mee wilde met onze ochtendwandeling van twee uur de bergen in naar waar condors te zien zijn. Na wat bijgekletst te hebben (ze waren in hun tweede en laatste week, nadat ze een bruiloft hadden gehad in de buurt van Santa Cruz) gingen we op pad. Ik deze keer met een stok want ik had nog last van mijn rechterknie. Het is me gelukt om zonder in het water te vallen rivieren over te steken. Zo goed als een unicum voor mij met mijn gevoel voor balans. Na een pittige klim kwamen we wederom bij een prachtig uitzicht. Geen condors helaas want het was regenachtig en bewolkt. Condors vliegen vooral met een helder hemel. Een goede start van de dag. Eenmaal weer beneden kleden we ons om en gingen we lunchen.
Deze keer namen we de jeep naar boven en dat was bepaald spannend met zo af en toe een steile weg van zo´n 30 graden, nog steeds glibberig want die ochtend had het weer geregend. Hij bracht ons weer tot waar er een minibusje kon komen, al was het deze keer een busje met vierwiel-aandrijving. Na de spullen ingeladen te hebben gingen we op weg naar Samaipata (op 2000m hoogte) waar we in de buurt nog een oude Incasite La Fuerte zouden bezoeken. Eenmaal in Samaipata was de benzine van de vierwielaandrijving op (die rijden niet op gas) maar er was geen benzine in Samaipata te vinden. We wisselde dus weer van auto en reden van Samaipata de berg op naar het nabijgelegen La fuerte. La Fuerte is eigenlijk een grote uitgehouwen rots op een berg met een aantal symbolen erin uitgehouwen. Een astronomische kaart, een jaguar en een poema zijn te onderscheiden. De rest wordt nog onderzocht. Op die rots werden belangrijke bijeenkomsten gehouden en rituelen uitgevoerd. Een eerdere beschaving dan de Inca´s heeft het ontwikkelt en vervolgens is het overgenomen door de Inca´s en als centrum in de regio gebruikt. En dat is goed te begrijpen want vanaf de berg kun je de regio goed overzien. Je kwam daar niet zomaar ongemerkt langs. Het is omringd door huisjes, waarvan er veel nog niet opgegraven zijn want er is nog niet voldoende geld voor. Rond 1400 kwamen de Spanjaarden. De inca´s “trokken verder” wat volgens onze gids gewoon betekende dat ze uitgemoord werden en de Spanjaarden bouwde over de fundamenten heen.
In Samaipata zaten we in het hostel La posado del sol en om Jerre´s verjaardag te vieren gingen we aan de caiprinha´s en hebben we heerlijk gegeten. Aan het einde pakte we nog een stukje mee van een gitarist die langskwam om Boliviaanse muziek te spelen maar de jetlag speelde ons nog steeds parten dus ik had al weer zin in mijn bed. Maar van mijn bed zag ik uiteindelijk weinig want ik liep geheel leeg die nacht. Ik begon al rond 10 uur en om 3 uur ´s nachts kreeg Jerre ook last. Wellicht was het de salade die we hadden gegeten bij Refugio los Volcanos. De volgende ochtend werden we dus ook enigzins brak wakker en slikte twwe capsules imodium. Op het programma stond die dag een lange rit van Samaipata naar Totora, zo´n 8 uur. Onderweg zouden we nog stoppen voor een wandeling van twee uur naar lugana verde maar ik voelde me niet lekker genoeg daarvoor. In plaats daarvan namen we een andere route waar we konden stoppen met de lunch bij een mooi uitzichtpunt. Dankzij de imodium was het nog best te doen. Het enige was dat er maar 12 miljoen mensen wonen in Bolivia dus veel toiletten zijn er niet onderweg. We moesten dan ook naar het “inca-toilet” oftwel in de bosjes. Niet echt fijn als het al niet zo soepel gaat.
Eenmaal in Totora hadden we een prachtig hotel en konden we tot rust komen totdat we in de stad wat gingen eten. Totora heeft, net als alle steden hier een plaza, maar deze was toch wel uitzonderlijk mooi. De witte gebouwen eromheen gaven al een voorproefje voor wat we in Sucre zouden aantreffen en een mooi groen gebouwtje. Qua licht was het wel een schaduwrijk stadje. Jonge jongentjes kwamen zonder iets te zeggen naast met lopen en renden giechelend verder. Ik denk dat ze aan het vergelijken waren hoe lang ik nu precies was. Even voorbij het plaza konden we eten in een restaurantje met de keuze uit twee ruimtes: eentje behangen met (half-) naakte vrouwen of eentje behangen met mannelijk worstelaars met ontbloot bovenlijf (en één vrouw). Mijn voorkeur ging toch naar de ruimte met de worstelaars. Ik had nog best last van mijn maag dus de gids verordonneerde me een liter cola naar binnen te brengen terwijl de kokin een enorm bord met rijst, friet, gebakken banaan en kip bracht. Met zo´n maagprobleem kon ik beter alleen gebakken dingen eten, zei de gids, dus hij had ook gevraagd de salade weg te laten. Na het eten gingen we terug naar het hotel voor een goede nacht slaap.
Deze keer werden we rond half zes wakker. Het wordt steeds later, gelukkig. Mijn maag voelde beter dus met een zonnig humeur liep ik met mijn backpack op naar de auto, waar onze gids als stond voor te bereiden voor weer een lange rit. En opeens lag ik daar, als een volleerde voetbalspeler met mijn backpack op op de grond grijpend naar mijn enkel. Ik had een misstap gemaakt bij de afstap en mijn enkel zwaar verzwikt. Na een goede vloekpartij werd er een enorm blok ijs van 30 bij 15 cm geregeld om tegen mijn enkel aan te houden. Dat hielp met de zwelling. Bij het ontbijt was mijn eetlust tot het nulpunt gedaald dus verder dan een yoghurtje een stukje brood met boter kwam niet. Jerre at samen met de gids de rest . Die kwam tot de conclusie dat vrouwen fragiel waren en beschermd moest worden. Ja, na al een dag lang als een dood vogeltje in zijn auto te hebben gehangen en vervolgens ter aarde te zijn gestort kan ik met voorstellen dat dat zijn conclusie was. Na een korte wandeling door de stad, ingekort omdat ik wel kon lopen maar niet van harte, gingen we op weg. Ik had het blok ijs meegekregen voor onderweg en dat heeft zeker gezorgd dat het niet zwol tot een kippenei maar meer een soort kievitsei. Onderweg stopte we nog bij Incallajta, een ruïne van een incadorp in de bergen. De weg vanaf Totora was goed, maar vanaf de afslag naar Incallajta was het weer hotsen en botsen. Zelfs de goede wegen hier hebben regelmatig gaten erin als de helft niet is weggeslagen door de erosie, verergerd door de regen de laatste tijd. Overal zijn er wegwerkzaamheden bezig. Als dam tegen de erosie worden stenen in frames van kippengaas van ongeveer een 0.5x1x1 m geplaatst en in rijen langs de weg geplaatst. Het werk is stoffig en zwaar. De mannen die het doen dragen geen veiligheidsmateriaal en kauwen de hele dag op coca-bladeren, te zien aan een bobbel in hun wang. Maar Bolivia wordt langzamerhand steeds begaanbaarder mede dankzij de inkomsten uit gas.
Eenmaal daargekomen was de wandeling naar boven goed te doen maar de hoogte was ook te merken. Een lichte stijging geeft al vermoeide spieren. Gecombineerd met nog een zwakke maag kon ik slechts de helft bekijken want de andere helft van het dorp lag aan de andere kant van een diep dal. Mijn voet deed er te zeer voor en mijn ademhaling gaf aan dat ik nog niet geacclimatiseerd was. Jerre heeft dat stuk in zijn eentje bezocht terwijl ik terugliep met de gids. Ook dit dorp is hooggelegen op een goed uitzichtpunt. Bijna niks is gerestaureerd, maar toch is er een hoop te zien en veel vergelijkingen kunnen gemaakt worden met andere Inca-steden zoals Machu Picchu. Er waren nog resten van een enorme hal waar de meeste bijeenkomsten plaatsvonden, en een offersteen waarop lama´s werden geofferd. Verderop zijn er resten van gebouwen waar ambachtslieden werkte en boeren hun oogst brachten. Het moet een enorme stad zijn geweest. Nu is het ongelofelijk stil in een zeer afgelegen gebied.
Na een lange stoffige rit waarbij we meerdere keren moesten stoppen omdat er maar verkeer langs één kant mogelijk was door werkzaamheden kwamen we rond 7 uur aan in Sucre. Na gepind te hebben vonden we ons hostel, wat nog niet gemakkelijk was omdat er geen naam bij de deur stond. We hebben drie nachten in Sucre gepland, een verademing na al die enkele nachten. Na de buikloop, de jetlag en nu ook een beetje hoogteziekte (Sucre ligt op 2900 meter) kunnen we wel wat rust gebruiken.
Leuk om te zien dat jullie allemaal meelezen. We houden jullie op de hoogte.

  • 22 Augustus 2015 - 10:33

    Judith:

    Fijn om te horen dat jullie van alles meemaken. inclusief diarree, verstuikte voet, verdraaide knie, hoogte ziekte. Dat hoort bij avontuurlijke vakanties. Ben heel benieuwd naar jullie foto's.
    Met Noortje gaat het goed. Ze komt haar kamer niet uit. Geniet van het zonnetje en het uitzicht in de vensterbank. Laat zich wel aanhalen, maar niet te lang.
    Liefs, Judith:)

  • 23 Augustus 2015 - 07:56

    Annet:

    Keep up the good spirit! :) Xx

  • 24 Augustus 2015 - 23:06

    Mieke:

    Het is allemaal heel herkenbaar! Vooral de diarree zal voor Jerre geen nieuwe ervaring zijn.
    Ook Oeganda kende zo zijn bedorven en/of besmet voedsel. Tsja, flink wat cola en bananen naar binnen werken, kan enigszins helpen. Die verstuikte enkel lijkt me ook geen pretje, Isolde. Een elastische band/sok
    kan heel verlichtend zijn.
    En jullie schetsen wel een heel herkenbaar beeld van de infrastructuur. Dit hebben wij ervaren in Costa Rica.
    Maar ja, het is een survival of the fittest. Hou je goed en we blijven jullie volgen!

    Liefs,
    Mieke

  • 25 Augustus 2015 - 09:12

    Nicole:

    He Isolde en Jerre,
    Wat een leuke dingen hebben jullie allemaal gedaan en gezien. (..ik wil ook weer eens zo'n reis maken).
    Jammer dat je zo krakkemikkig bent. Hopelijk gaat het snel beter, want het is toch wel jammer van die enkel, knie en voedselvergiftiging!
    Veel plezier nog! x

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 16 Aug. 2015
Verslag gelezen: 181
Totaal aantal bezoekers 2010

Voorgaande reizen:

16 Augustus 2015 - 31 December 2015

Drie weken Bolivia

Landen bezocht: